Oma even niet op stap

Door Corona is er veel veranderd. Op 20 maart werd besloten dat het bezoeken van ouderen in de woonzorgcentra niet meer mogelijk is. We zijn opgeroepen bezoek aan zelfstandig wonende ouderen zeer te beperken of indien mogelijk uit te stellen tot na corona. Maar we worden ook opgeroepen er te zijn voor elkaar. Dat maakt het lastig. Maar er is zeker wel contact. Hier zomaar enkele berichten van onze vrijwilligers van Oma gaat op Stap die wij de afgelopen weken verzamelden.

  1. Een van onze oma’s is nog op zichzelf wonend en erg voorzichtig in deze tijd. De thuiszorg heeft ze afgezegd, want de bewoonster op kamers kan nu haar ogen druppelen, dat is wel zo veilig. Haar huishoudelijke hulp brengt 2x per week een boodschapje mee. Haar dochter belt regelmatig en met de kleinkinderen kan ze Face-timen. En maakt zij zich zorgen? Ja, over iedereen die nu te maken heeft met corona, familieleden, ouderen. Of ze zelf angstig is , nee dat niet , want als het mijn tijd is , dan is het mijn tijd. Mevrouw blijft alle dagen thuis, ze weet zichzelf goed te redden, loopt af en toe haar tuintje in wat , zo zegt zijzelf, nu op een waar Klein Keukenhofje lijkt. Prachtig is het:  de druifjes, de narcissen, de hyacinten. En vertelt ze: ik heb 50 mondkapjes gemaakt van restjes zijde die ik nog thuis had liggen en deze laten ophalen door Libertas, haar huishoudelijke hulp of de kamerbewoonster bij haar thuis. Totdat ze blaren op haar vingers kreeg en moest stoppen.  Maar ze móest gewoon iets doen!
     
  2. Huis op de Waard is net als de andere woon- zorgcentra tijdelijk volledig gesloten voor bezoek van buiten. Wat doe je dan als er een acuut einde komt aan de dagelijkse bezoekjes?  Emotioneel is dat voor partners niet eenvoudig, maar in het belang van iedereen komt verstand nu eerst. En zo wordt er dagelijks naar ‘opa’ gefietst en met de mobiel gebeld naar zijn vaste telefoon. ‘We praten, gebaren en wuiven naar elkaar, en kunnen elkaar even zien. Hij achter zijn raam op de verdieping en ik langs de wallekant van de Nieuwe Rijn. Dat is fijn. Opa blijft er rustig onder en gaat gewoon zijn eigen gang. Zoals altijd leest hij, kijkt natuurseries op de tv en luistert muziek. Er wordt gelukkig voor hem nog steeds in het Grand Café beneden 3x per dag gegeten. Wel zitten de bewoners verder uit elkaar en worden aan tafel per persoon bediend.’ Alle lof voor de zorgmedewerkers. 
     
  3. Eén van de oma’s die ik opbel zegt dat het zo moeilijk te begrijpen is dat er in de ziekenhuizen keihard wordt gewerkt en er dagelijkse situaties zijn waarin leven en dood elkaar afwisselen en juist nu de lente op haar mooist is.  ‘Ik ben alleen thuis, mijn dochter komt gezien mijn leeftijd niet op bezoek, maar we hebben een andere manier gevonden om elkaar toch te zien. Mijn dochter komt om de dag even langs , neemt haar eigen stoel en koffie mee, en gaat voor het tuinhekje op de stoep zitten. Ik trek mijn jas ook aan en ga ook naar buiten met mijn koffie. Ik zit tegen het huis aan. Tussen ons is wel zo’n 6 meter , een veilige afstand. We kletsen gezellig en drinken samen koffie. Soms komt mijn buurvrouw, ook alleenstaand en op leeftijd , er ook bij ‘zitten’ en praten we wat over ditjes en datjes , maar vooral over corona en over hoe verschrikkelijk het is en over hoe lang het nu toch nog allemaal zou gaan duren en terwijl we onze koffie drinken fluiten de koolmeesjes vrolijk en kijken we naar de magnolia die uitloopt.’ 
     
  4. Vlak voor de maatregel voor vrijwilligers was ik bij de Lorentzhof en mocht ik niet meer naar mevrouw toe. Ik heb haar toen gebeld en we hebben elkaar gezien via het raam. We hebben toen afgesproken om gewoon wekelijks contact te houden en zodra er iets verandert aan de situatie zal ik haar zo snel mogelijk weer opzoeken. Het is ineens een hele onwerkelijke situatie’.
     
  5. ‘Het gaat met mij nog uitstekend en met mevrouw ook, al vindt zij het een vreselijk saaie en moeilijke tijd. Ik ben nog 1x in de rolstoel met haar weg geweest, dat is nu bijna 2 weken geleden.  Dat durven we niet meer vanwege de in acht te nemen afstand van 1,5 meter.  Ik hoorde vervolgens van mevrouw dat haar fietsmaatje ook niet meer met haar fietst, maar wel nog langskomt en dat ze dan samen thee drinken, op afstand uiteraard. Dus ben ik afgelopen maandag om 12.00 uur naar haar toegegaan met inkopen voor de lunch, een Tupperware doos met 2 porties pasta ( ik neem vaak eten mee voor haar) , een gevulde koek en een bak narcissenbolletjes. Ze was zeer blij en dankbaar en ik heb ook nog wat klusjes voor haar kunnen doen.  Na de lunch hebben we samen afgewassen. Ze fleurt dan helemaal op.  Ik ben wel van plan dit af en toe te blijven doen, anders kwijnen deze mensen echt weg. Ze ziet verder alleen de thuiszorg en heel af en toe een zoon.  En dit kan nog weken, zelfs maanden, gaan duren, en net de mooiste maanden van het jaar helaas. Mevrouw is intelligent en zeer goed bij de tijd en beslist dit soort dingen zelf.  Toen ik vroeg of ze niet even met haar kinderen moest overleggen gaf ze aan dat ze daar niet over piekert: “Ik heb gelukkig nog zelfbeschikkingsrecht!”’
     
  6. Berichtje van de vrijwilliger : ‘Ik heb met mevrouw gebeld en ik ga haar een kaartje sturen. Ik wil graag contact met haar onderhouden want ze klonk aan de telefoon best verdrietig over dat onze wandelingen niet door kunnen gaan en ze verder niemand op bezoek mag hebben. Het is een vreemde situatie maar we moeten het laten werken! Hopelijk  duurt deze situatie niet zo lang meer en kunnen mevrouw en ik nog wandelen als het mooi weer is.’