Diaconiebericht 34, februari 2010

Een selectie uit de inhoud:


Nieuwjaarstoespraak: Straatpastoraat in Leiden

Omdat Mariëtte Brekelmans, straatpastor in Den Haag, door ziekte verhinderd was, hield Ton Snepvangers, mede-initiator van de Stichting Straatpastoraat Leiden i.o. de toespraak op de Nieuwjaarsbijeenkomst van de Diaconie Protestantse gemeente Leiden in De Bakkerij. Hieronder een korte samenvatting.

Ton SnepvangersOverleven
In Leiden wordt er nog steeds gerekend met zo’n 500 dak- en thuislozen. Velen hebben een combinatie van psychiatrische- en verslavingsproblemen. Het merendeel maakt gebruik van de bestaande opvangmogelijkheden, maar desondanks verblijft een kleine groep dag en nacht op straat. Het niet hebben van een vaste plek dwingt dak- en thuislozen iedere dag weer tot een zwaar en uitputtend overleven en het gevolg is onder meer verwaarlozing, armoede, vervuiling, honger of uitputting. Gevolgen die voor iedereen op straat te zien zijn.

Zielzorg
Behalve de door de hulpverlening geboden somatische, psychische en sociale zorg heeft de dak- en thuisloze, net als ieder ander, ook behoefte aan ‘zielzorg’. Het gaat dan om vragen rond levensbeschouwing en zingeving, zoals leven en dood, verlies, rouw, eenzaamheid, schuld en vergeving. Die ‘zielzorg’ is het terrein van de straatpastor. Hij of zij richt zich op heel de mens en wil letterlijk náást de dakloze staan waar die op straat te vinden is. Daar is behoefte aan. De straatpastor is een gezant vanuit de samenleving, met de boodschap dat ook de dakloze meetelt, ertoe doet (empowerment). De straatpastor heeft individuele contacten, maar kan ook groepspastoraat opzetten. Vaste momenten zijn de maaltijden of liturgische vieringen voor dak- en thuislozen.

Straatpastoraat is geen hulpverlening, daarin voorzien andere instanties. Straatpastoraat is ook geen belangenbehartiging: in Leiden is daarvoor een straatadvocaat aangesteld. Straatpastoraat werkt vanuit een christelijke inspiratiebron en staat open voor iedereen, ongeacht levensbeschouwing.

Behoefte
Hulpverleningsinstellingen voor dak- en thuislozen beamen dat er behoefte is aan aandacht voor de levensbeschouwelijke kant van het leven. In Leiden is dat niet anders, zoals blijkt uit de medewerking van onder meer De Binnenvest en de straatadvocaat. De Stichting Straatpastoraat Leiden i.o. heeft inmiddels een bestuur en binnenkort zal de stichting een feit zijn. De kapel van Verbum Dei is beschikbaar voor vieringen op vrijdagavond en de beide diaconieën zorgen voor inhoudelijke ondersteuning en onderdak in De Bakkerij. Twee belangrijke dingen ontbreken nog: een man of vrouw die de taak van straatpastor in Leiden op zich wil nemen én een budget.

Bij dat laatste kan het Avondmaalsproject ‘Straatpastoraat in Leiden’ een beetje helpen: rekening 97065 o.v.v. Avondmaalsproject.


Vertrek ds. Kelder

Ds. W. A. M. Kelder is vanaf 1 januari 2010 niet langer als diaconaal predikant verbonden aan de Protestantse Gemeente Leiden ten behoeve van het werk in Diaconaal Centrum De Bakkerij.

RK diaconaal werker Ton Snepvangers blijft voorlopig coördinator a.i. van De Bakkerij.


Met één hand kan je niet klappen

Vanuit de Diaconie is er contact met de Stichting Arabische Vrouwen Narcis. Touria Mammar is al meer dan 25 jaar voorzitter van Narcis en de drijvende kracht achter de organisatie. Ik sprak met haar.

‘Met één hand kan je niet klappen’, zegt Touria Mammar. Een Marokkaans gezegde, waarmee ze bedoelt dat je vrijwilligerswerk niet in je eentje kunt doen: daar zijn meer mensen voor nodig. Het werk van Narcis staat of valt dan ook met het enthousiasme van vrouwen die zich voor het werk in willen zetten. De Stichting Arabische Vrouwen Narcis begon als een vrouwengroep met voor het merendeel vrouwen van Marokkaanse afkomst. Er werden traditionele activiteiten georganiseerd, zoals naailessen en fietslessen. Elke zondag was er een inloopmiddag, waar vrouwen elkaar konden ontmoeten en de groep ging regelmatig een dagje uit, bijvoorbeeld naar Madurodam, waarbij de kinderen ook meekonden.

Een nieuwe lente
25 Jaar geleden werd de groep omgezet in een stichting met de naam Narcis. Dat is niet alleen een Arabische meisjesnaam, maar ook één van de eerste Hollandse lentebloemen: symbool voor een nieuwe lente met nieuwe mogelijkheden. Narcis is nu een interculturele organisatie voor vrouwen van Arabische én Nederlandse afkomst. Aan de activiteiten wordt o.a. deelgenomen door vrouwen uit Marokko, Iran, Spanje, Egypte, Syrië, Algerije en Nederland. Narcis heeft een eigen onderkomen aan de Driftstraat 77. Het bestuur bestaat uit 9 vrouwen, onder wie één Nederlandse. Het is moeilijk te zeggen hoeveel vrouwen (en kinderen) bij Narcis betrokken zijn: het aantal bezoekers is sterk afhankelijk van wat het programma biedt. Narcis is geen vereniging en heeft geen ledenbestand.

Vrouwen van Narcis op de nieuwsjaarsontmoeting

Ontmoeting
Bij Narcis gaat het om ontmoeting en kennisoverdracht. Een brede doelstelling die op verschillende manieren wordt ingevuld. Jaarlijks terugkerend zijn de informatieve avonden tijdens de Ramadan, het Offerfeest, het Suikerfeest en de dagjes uit. Voorlichting over actuele zaken en trainingen, bijvoorbeeld over ‘omgaan met geld’, zijn vaste programmaonderdelen. Er worden culturele verschillen en overeenkomsten besproken, zoals tussen de islam en het christendom, kraamgewoonten en besnijdenis. De kookdemonstraties krijgen veel belangstelling, ook van de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen. Het Netwerk Vrouwen Leiden vraagt uit naam van Stichting Narcis aandacht voor de problemen van migrantenjongeren. De volgende instanties werken daaraan mee: Talent op Playground, Stichting Jeugd- en Jongerenwerk Midden Holland en Stichting Meander. De Gemeente Leiden heeft het project gefinancierd. Op 4 voorlichtingsavonden in november 2009 konden instanties, de jongeren zelf, hun moeders en hun vaders kennis maken met de training.

Muntthee
Touria Mammar schenkt muntthee Het in het verleden al bestaande contact van Narcis met de Diaconie is de laatste jaren intensiever geworden, via het Netwerk Vrouwen Leiden, waar Touria Mammar en diaconaal werker Jacqueline Schoonwater beiden lid van zijn. Vanuit de Diaconie denkt Jacqueline Schoonwater mee met Narcis. Desgevraagd wordt overlegd en steun gegeven, zodat een wederzijds bewustwordingsproces op gang gebracht kan worden. Samen met Narcis werden twee Iftarmaaltijden voor dak- en thuislozen in De Bakkerij georganiseerd. Ook bij Colour your Mind, de manifestatie rond de Antiracismedag op 21 maart, wordt samengewerkt. En Touria schonk al verscheidene keren Marokkaanse muntthee in De Bakkerij tijdens de Open Monumentendagen en Open Bakkerij. Narcis werkte ook mee aan de eerste Dag van de Dialoog in Leiden.

Touria Mammar is 52 jaar. Zij kwam 30 jaar geleden, nét getrouwd, uit Marokko naar Nederland en heeft 3 volwassen kinderen. Zij heeft altijd gewerkt; nu is zij frontoffice medewerker bij de afdeling Bouwen en Wonen van de Gemeente Leiden. Zij heeft ook altijd vrijwilligerswerk gedaan. Ongeveer 25 jaar geleden werd zij bij toeval gevraagd voorzitter te worden van de Stichting Arabische Vrouwen Narcis en ze is lid van het Netwerk Vrouwen Leiden. Per week kost het vrijwilligerswerk haar gemiddeld 20 uur: ze zou eigenlijk nog veel meer willen doen!


Vormselgroep in De Bakkerij

Vormselgroep in De Bakkerij

Sinds jaar en dag brengen groepen uit de Lam Gods parochie als laatste onderdeel van hun vorming een bezoek aan De Bakkerij. Op 26 oktober kwamen vier vormelingen met twee begeleiders naar de Oude Rijn. Omdat diaconaal werker Jacqueline Schoonwater in Roemenië was, werd de groep ontvangen door Henriëtte van den Broek. In hun Vormselboek hadden zij al wat gelezen over De Bakkerij. De ovens van de Armenbakkerij, de broodpenning, de Turfzaal, de Goemoerskamer én de informatie over op welke manier er vandaag de dag hulp geboden wordt, maakte het verhaal over de Diaconie compleet. Het meegebrachte eten smaakte prima: soep, worstenbroodjes, gehaktbroodjes, pasta en Monatoetjes. De overgebleven toetjes gingen naar de dak- en thuislozen in de Nieuwe Energie en er werd ook nog wat in het kratje voor de Voedselbank gedeponeerd.


Kerstcollecte 2009

De diaconale collecte op kerstavond en eerste kerstdag was dit jaar bestemd voor het werk van de Diaconie. De Diaconie helpt mensen die dat nodig hebben, ongeacht afkomst of religie. Ze doet dat onder het motto: helpen waar geen (andere) helper meer is. Basis voor de diaconale hulpverlening is de bijbelse boodschap van Matteüs 25. Behalve voor deze individuele hulp van de Diaconie is er ook geld nodig voor een aantal praktische zaken. Zonder verwarming, een goede computer of telefoon kan de Diaconie haar werk niet goed doen. Dat werk wordt gefinancierd uit de diaconale collecten in de kerkdiensten, legaten en schenkingen, uit rente en verhuur van de bezittingen en steun van diaconieën uit de regio. De Diaconie krijgt geen subsidie. Niet alleen voor de organisatie en het onderhoud van het eeuwenoude pand, maar ook om het werk voort te kunnen zetten en aan de steeds toenemende vraag om hulp te kunnen voldoen is steeds veel geld nodig. De kerstcollecte 2009 bracht tot nu toe € 1340,- op. Alle gevers hartelijk dank!


Marktplein Diaconaat

In december werd in De Bakkerij de aftrap gegeven van Marktplein Diaconaat, een uitwisselingsnetwerk van Kerk in Actie. Daar hoort een website bij: www.kerkinactie.nl/marktplein, een ontmoetingsplek voor professionals én vrijwilligers rond diaconale vragen en aanbod, met vernieuwende diaconale ideeën en een schat aan achtergrondinformatie, adressen en links.
Op de studiedag voor diaconale werkers in De Bakkerij werd de diaconale pelgrimstocht De Leidse 7 gelopen (uit november 2007) als voorbeeld van een activiteit om gemeenteleden te betrekken bij het diaconale werk. Na de lunch werd door hoogleraar diaconaat Herman Noordegraaf ingegaan op theorie en methode van het diaconaat.


Een vis én een hengel

Diaconaal werker Jacqueline Schoonwater vertelt aan de vooravond van de viering van 20 jaar diaconaal werk in Targu Mures in Roemenië, waarom dat land haar nog steeds zo na aan het hart ligt.

Avondmaalsproject
In 1988 reisden vertegenwoordigers van de Hervormde Diaconie Leiden naar Roemenië. Dat resulteerde in een Avondmaalsproject (1989 – 1991) en hulp voor de gemeente van de Burchtkerk in Targu Mures. Om aandacht te geven aan jóngeren in Roemenië ging Jacqueline mee in mei 1989. Toentertijd hield zij zich vanuit de Hervormde Jeugdraad bezig met het jongerenpastoraat in De Bakkerij.

Opgepakt
In november van datzelfde jaar 1989 werd wéér een bezoek gebracht aan Roemenië, ter voorbereiding van het 500-jartig bestaan van de Burchtkerk. Jacqueline vertelt dat ze de mensen in Targu Mures, behorend tot de Hongaarse minderheid in Roemenië, erg somber vond: niemand lachte. Er was onderling groot wantrouwen. Iedereen was op z’n hoede voor de gevreesde geheime politie, de Securitate. Met buitenlanders mochten de Roemenen geen contact hebben. Eén van de predikanten was zichtbaar opgelucht toen ze hem verzekerde ‘ik ben hier nooit geweest, ik heb jou nooit gezien.’ Het predikantenechtpaar Denes en Ilona Fülop durfde de buitenlanders wél te ontvangen. Dat bleef niet onopgemerkt. Jacqueline en Anton Dronkers werden opgepakt door de Securitate en verhoord. Na twee dagen werden zij als ongewenste vreemdelingen het land uit gezet.

Telegram
Voor Jacqueline was die arrestatie een reden om in contact te blijven met de mensen van de Burchtkerk. ‘Ik ondervond aan den lijve wat het betekende om bang te zijn, in de gaten gehouden te worden en gevangen te zitten. De mensen in Roemenië moesten altijd bang zijn.’ Terug in Nederland vertelden zij en Anton hun verhaal aan een journalist van Trouw. Het artikel werd nooit gepubliceerd omdat dat dit te gevaarlijk bleek voor Denes en Ilona Fülop. Kort daarna, in december 1989, vond de Roemeense Revolutie plaats. Op 27 december kwam er een telegram: ‘we are well. Love. Fam. Fülop’. Dat was een teken dat men in Roemenië verder contact wilde met Leiden. Zie: 20 Jaar diaconaal werk in Targu Mures.

Enthousiast
Waarom hebben zoveel mensen al meer dan 20 jaar enthousiast contact met Roemenië? Jacqueline: ‘dat komt omdat we met mensen in Roemenië te maken hebben die niet met hun armen over elkaar zitten te wachten op centen uit Nederland. Het zijn stuk voor stuk mensen die hun schouders eronder gezet hebben. Bovendien hebben we ze niet alleen een vis, maar ook een hengel aangeboden’. Vanuit de Diaconie, die ervaring had met allerlei projecten, kwam expertise en steun voor het opzetten van de diaconale stichting de Fundatia Lazarenum. En het is goed te zien dat door de contacten met Leiden ook de mensen van de verschillende bevolkingsgroepen in Targu Mures elkaar vinden.

Droom
Door alle steun vanuit Nederland hebben de mensen in Roemenië in de loop der jaren óók veel deskundigheid opgebouwd. Voor een groot deel komt dat door de samenwerking met Jacqueline Schoonwater. Zij is officieel adviseur van de Fundatia Lazarenum en wordt regelmatig door Ilona Fülop gebeld voor advies. Jacqueline en Ilona zijn gedreven doeners. Zij voelen elkaar heel goed aan. Ilona zegt altijd: ‘we are sisters’. Jacqueline reisde meer dan 30 keer naar Roemenië. Ze houdt van het land en de mensen. Haar droom is om het werk van de Fundatia Lazarenum over een paar jaar los te kunnen laten. Door de recessie zal het zelfstandig functioneren helaas wat langer op zich laten wachten. Wat betreft M25 Roemenië (de jongerenwerkvakantie) doet Jacqueline het dit jaar wat kalmer aan. Er wordt geen reis georganiseerd vanuit De Bakkerij. Ze gaat wél samen met twee vrijwillige begeleiders de jongerenwerkvakanties vanuit Bergschenhoek en Noordwijk coachen en het werk en excursies organiseren.


Naar het archief

Drie oude boeken betreffende de verhuur van zitplaatsen en stoelen in de Hooglandse Kerk zijn in overleg met de Leidse Binnenstadsgemeente overgedragen aan het Regionaal Archief van Leiden. De boeken, daterend van 1825 en later, stonden in de Goemoerskamer in De Bakkerij. In het Archief worden ze goed verzorgd, waarna ze hopelijk nog vele eeuwen mee kunnen.

 


Leidse diaconieën vragen aandacht voor groeiende armoede

De Leidse diaconieën gaan dit jaar extra aandacht besteden aan de armoedeproblematiek in Leiden. Steeds meer mensen in onze stad voelen de gevolgen van de kredietcrisis en de groeiende schuldenproblematiek aan den lijve. Werkloosheid groeit, kleine zelfstandigen komen in de problemen en geldzorgen worden nog te vaak veel te laat gesignaleerd.

Europese aandacht
Het jaar 2010 is uitgeroepen tot Europees jaar van de bestrijding van Armoede en Sociale Uitsluiting om mensen bewust te maken van de omvang van armoede, om te laten zien dat er oplossingen bestaan en om op te roepen tot nieuwe initiatieven.

Crisis in Nederland
In september 2008 zorgde de kredietcrisis in Nederland in een ongekend snel tempo voor een omslag van het gunstige economische klimaat in een recessie. De kredietcrisis werd een vertrouwenscrisis die leidde tot het verminderen of zelfs stopzetten van kredietverstrekking waardoor ondernemers en individuen steeds meer in de problemen kwamen. Eén op de tien huishoudens had in 2008 al te maken met problematische schulden en een kwart van de bevolking zit in de gevarenzone. Kleine zelfstandigen en ZZP-ers (Zelfstandigen zonder personeel) kwamen in de loop van 2009 steeds meer in de financiële problemen. Voedselbanken en het platform schuldhulpverlening luiden de noodklok omdat hun cliëntenbestand zorgwekkend gegroeid is. Volgens een onderzoek van het Nibud (het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) lopen 3,5 miljoen huishoudens in Nederland het risico dat zij financiële tegenvallers niet kunnen opvangen. Hoe is dat eigenlijk in onze stad?

Geldzorgen in Leiden
Eind 2008 waren er 2.842 Leidenaren van 18 tot en met 64 jaar die rond moesten komen van een bijstandsuitkering. Samen hebben zij de zorg voor 1.417 thuiswonende kinderen onder de achttien jaar, dat is 7% van alle thuiswonende kinderen in onze stad. Van alle Leidenaren heeft, volgens een enquête in het voorjaar van 2009, twee op de tien door een tekort aan financiële middelen moeten bezuinigen op primaire levensbehoeften, zoals eten en kleding, of moeten wachten met het betalen van de vaste lasten en andere rekeningen. Het aantal cliënten dat een beroep doet op de Voedselbank Leiden is sinds 2006 meer dan verdubbeld. Het aantal aanvragen vanuit instellingen en organisaties voor voedselbonnen rond Kerst bij de Leidse diaconieën en Stichting Urgente Noden (SUN) is in 2009 met de helft gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar.

Extra aandacht en investeringen
“Het Leidse armoedebeleid staat bekend als één van de beste van Nederland”, schreef de fractie van Groen Links in hun nota Een rijker armoedebeleid in Leiden, die zij 9 januari j.l. presenteerde. Maar gaf ook aan dat deze tijd vraagt om extra aandacht en investeringen. Want armoede blijft nog te vaak verborgen en wordt veel te laat gesignaleerd. Nog te veel mensen maken nauwelijks gebruik van voorzieningen, voelen zich beschaamd en raken steeds verder in de problemen. Verdwalen in de formulieren of weten nauwelijks waar ze met hun vragen terecht kunnen.

Inzet van de kerken
De Leidse diaconieën willen dit jaar extra aandacht besteden aan het signaleren van (verborgen) armoede in onze stad. Ze nodigen mensen die in geldproblemen verzeild (dreigen te) raken uit om hun zorgen te delen en ervaringen uit te wisselen, zodat de gemeentelijke voorzieningen beter afgestemd kunnen worden op de noden in de stad. Verder zal meer bekendheid gegeven worden aan de hulpfondsen die vanuit de kerken zelf beschikbaar zijn.
En tenslotte doen ze een dringend beroep op de gemeente Leiden om te komen tot een structureel overleg van alle instanties, instellingen en organisaties die zich met de bestrijding van armoede bezig houden en met hulpvragen geconfronteerd worden, in de vorm van een Armoedeplatform Leiden.


Henk Vis genomineerd

Op 7 december 2009 werd de jaarlijkse Co Verhoogprijs voor de Leidse vrijwilliger uitgereikt in de Burgerzaal van het Stadhuis. Onder de 10 genomineerden was Henk Vis. Henk werd voorgedragen door de Stichting IPCI Sint Maarten, waarvan hij 30 jaar bestuurslid was. Henk werd geen winnaar van de Co Verhoogprijs, maar voor de Diaconie is Henk echter al een aantal jaren een onmisbare supervrijwilliger die onvermoeid zorgt voor allerlei zaken rond het in goede staat houden van het pand van De Bakkerij. Henk: bedankt voor je inzet en gefeliciteerd met je nominatie!


‘Ik liep altijd te zingen en te fluiten’

Wie kent hem niet in De Bakkerij? De man met het kleine baardje, altijd gekleed in een wit overhemd met zwarte das, zwarte broek en zwarte schoenen? Dat ‘uniform’ was niet verplicht: hij wilde zelf goed gekleed zijn wanneer hij mensen in De Bakkerij ontving. Bovendien was hij zo heel herkenbaar wanneer mensen hem zochten!

Metselen
Cor Baart was bijna 12 jaar conciërge van De Bakkerij. Met 17 jaar ging hij aan het werk. Hij doorliep de bedrijfstechnische school, vooral metselen vond hij fantastisch! Hij was veel aan het werk in oude gebouwen die gerestaureerd werden. Een opleiding tot bouwkundig tekenaar maakte hij niet af. Zijn diensttijd vond hij geweldig en eigenlijk is hij in zijn hart nog altijd een beetje militair. Nadat hij een aantal jaren door een rugblessure was uitgeschakeld ging hij in mei 1998 aan het werk bij de Diaconie, via de Stichting Weerwerk.

Balie
De Bakkerij kende hij alleen als een historische plek. Hij was wel een beetje huiverig voor de kerkelijke achtergrond, maar ‘al die christenen vielen erg mee. Men noemde elkaar in ieder geval bij de voornaam’ en Anton Dronkers hoefde niet aangesproken te worden met dominee. Cor begon achter de balie, een soort loket in een klein kantoor naast het secretariaat. Hij had een aantal knopjes om de deur te openen en meldde bezoekers aan bij de andere organisaties in het pand. De Bakkerij was nog kleinschalig, met kantoren van Vluchtelingenwerk, Ouders op Herhaling, Meldpunt Discriminatie, het Dienstencentrum dak- en thuislozen en de studio van MOKER. Cor had 14 taken, waaronder kopiëren. Onderaan dat takenlijstje had Anton Dronkers met de hand geschreven: moet kunnen omgaan met de computer. Dat had Cor nooit gedaan, hij gebruikte nog een ouderwetse schrijfmachine. Maar na een weekje les van zijn vrouw Coby, die wél wegwijs was op het apparaat, lukte het ook met de computer.

Pannen en emmers
Al gauw was hij vertrouwd met het werk, dat zich steeds uitbreidde. Cor vertelt dat hij op een nacht, toen het met bakken uit de hemel kwam, op zijn fiets sprong en naar De Bakkerij reed. In de studio van Radio MOKER kwam heel veel water naar binnen door een lekkende goot. Hij sleepte pannen en emmers uit de keuken aan om het water op te vangen en legde plastic over draaitafel en de computers.

Verbouwingen
Cor maakte twee verbouwingen mee. De grote verbouwing van 2000-2001 heugt hem nog. Hij kreeg een provisorisch plekje in het containerhok. Het tochtte er en de verwarming deed het niet goed. Hij zat er met zijn jas aan en het boord van zijn witte overhemd was in een mum van tijd zwart door al het stof. Zijn fiets stond achter zijn stoel omdat er buiten nergens plaats voor was. Van de verbouwing van de zolder aan de Oude Rijn had hij minder last.

Zuchten
Cor heeft vele mensen aan zich voorbij zien trekken: cliënten, medewerkers en vrijwilligers van de verschillende organisaties. Ze kennen hem nog als hij door de stad loopt. Cor huldigde de stelregel dat hij in dienst was van de Diaconie, maar hij wilde voor iedereen klaar staan. Zo werd hij een vraagbaak voor de mensen in het pand en gebeurden dingen in goed overleg. Bepaalde zaken veranderden echter nooit: bijvoorbeeld het opruimen van de vergaderruimten. Dan waren de mensen weg en dan stonden alle kopjes er nog: Cor zuchtte dan maar eens en ging aan de slag. Ook stuurde hij herhaaldelijk mailtjes met het verzoek ‘vastgelopen papier niet uit het kopieerapparaat te trekken of geen eten te laten staan omdat dat muizen aantrekt’…..

Zingen en fluiten
Aan het eind van zijn loopbaan is de takenlijst gegroeid: afwassen, opruimen, bijvullen, bood-schappen doen, de containers binnenhalen, vragen beantwoorden, verwarmingen regelen, storingen verhelpen of melden, klussen doen, enzovoort. Cor deed het met plezier. Hij werkte alles zoveel mogelijk af tot en met donderdag. Dan was de vrijdagmorgen er om af te maken wat niet klaar was.…Zijn tijd bij de Diaconie was een leuke tijd. ‘Ik liep altijd te zingen en te fluiten!’ De 12 jaar zijn snel gegaan en het leukst was zoveel verschillende mensen te ontmoeten.

Geschiedenis
Cor houdt van geschiedenis. Er hangen oude plaatjes van De Bakkerij bij zijn bureau. Hij vulde de gegevens van het Huiszittenhuis en de Diaconie aan met materiaal uit zijn eigen historische verzameling. Ook hield hij de knipselmap bij met alles wat er in de pers verscheen over Diaconie en Bakkerij. Enthousiast fotografeerde hij de vondst van delftsblauwe tegeltjes in de beerput in de Anton Dronkerspoort en hij vulde de grote fotolijst in de Turfzaal met oude foto’s. Ook ontwierp hij het logo van de Leidse Hoed.

Cor bij 'zijn' fotolijst in de Turfzaal

Verhalen
Cor zit vol met verhalen en anekdotes over zijn tijd in De Bakkerij. Toen er bijvoorbeeld een cursus Omgaan met moeilijke cliënten werd georganiseerd, speelden acteurs in de Turfzaal de cliënten. Dat ging gepaard met vloeken, razen en tieren. Tegelijkertijd hadden een paar cliënten van De Binnenvest ruzie. Dus ook daar veel misbaar. Er kwam iemand binnen, die naar Vluchtelingenwerk wilde. Bij het horen van al dat vloeken zette hij grote ogen op en vroeg: ‘Waar ben ik hier?’ ‘Bij de Diaconie’antwoordde Cor droog. Vervolgens heeft hij hem wel de situatie uitgelegd…

Pensioen
Cor Baart gaat op 1 maart met pensioen. Op 18 maart wordt hij 65 jaar. Wat hij gaat doen? Uitslapen, z’n krantje lezen, achter de computer zitten, kortom: lekker rustig en niets meer moeten. We wensen Cor gezondheid en nog vele goede jaren toe met Coby!